Als (x, −3) tot het vierde kwadrant behoort en (−2, y) tot het tweede kwadrant, dan behoort (x,y) tot A.   het eerste kwadrant
B.   het tweede kwadrant
C.   het het derde kwadrant
D.   het vierde kwadrant
E.   één van de assen
                     
[ vwo29-(1s3) - op net sinds 2.2.2023-(E) ]

Deze (derde) vraag werd gesteld op 15 januari 2014
tijdens de eerste ronde van de 29ste Wiskunde Olympiade (5de en 6de jaars)
Meer dan 78% van de leerlingen gaven een correct antwoord.
(20% gaf een fout antwoord en 2% liet de vraag open)

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION
A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution
(x, − 3) ∈ IV   ==>   x > 0
(−2, y) ∈ II   ==>   y > 0
Gevolg :   (x, y) behoort tot I