|
A. \(\boldsymbol{\frac {\sqrt 2} {4} }\) |
---|---|
B. \(\boldsymbol{\frac {\sqrt 3} {6} }\) | |
C. \(\boldsymbol{\frac {1} {4} }\) | |
D. \(\boldsymbol{\frac {\pi} {8} }\) | |
E. \(\boldsymbol{\frac {\pi} {12} }\) |
[ vwo23-(2s11) - op net sinds 20.12.2022-()-3.10.2023 ]
Deze vraag (nr.11) werd gesteld op 27 februari 2008
tijdens de tweede ronde van de
23ste Wiskunde Olympiade (5de en 6de jaars).
48% van de deelnemers gaven een correct antwoord, 30% gaven geen antwoord.
De foute alternatieven kwamen alle vier ongeveer evenveel aan bod.
IN CONSTRUCTION |
---|