A B C x x x 1 1 1 E F D gricha - vwo22-(2s13) - 12.11.2022
De zijden van een gelijkzijdige driehoek ABC worden verdeeld in 2 stukken met lengte 1 en lengte x (x > 1). De verdeelpunten D, E, F zijn eveneens de hoekpunten van een gelijkzijdige driehoek.
Hoe groot is x als de oppervlakte van ΔABC het dubbel is van de oppervlakte van ΔDEF?
A.   3
B.   π
C.   3,75
D.   2 + v3
E.   3 + v2puur
    a    b    c    d    e

[ vwo22-(2s13) - op net sinds 12.11.2022-(E)-5.8.2024 ]


Deze (13de en moeilijke) vraag werd gesteld op 28 februari 2007, op de tweede ronde van de Wiskunde Olympiade (5de en 6de leerjaar)
Niet minder dan 65% van de deelnemers lieten de vraag open.
Ongeveer evenveel juiste als foute antwoorden (18%)

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION

Oplossing - Solution

Noem de zijde van ΔABC   y. Dan is wegens de cosinusregel :
y² = 1 + x² − 2x.cos 60° = x² − x + 1.
De oppervlakteverhouding is dan \(\boldsymbol{(\frac {1+x} {y})^2=\frac{1\,+\,2x\,+\,x^2}{x^2\,-\,x\,+\,1} }\)
welke 2 moet zijn.
Vandaar dat dus   1 + 2x + x² = 2x² − 2x + 2  ⇔  0 = x² − 4x + 1
Deze vierkantsvergelijking heeft discriminant  D = 12  en oplossingen \(\small\frac12(4\pm \sqrt{12})=2\pm\sqrt3\).
Het antwoord is dus   \(\small 2+\sqrt3\)   (ongeveer 3,7)
GWB