De vector \(\small \vec{P}\;(=\vec{OP} )\) is gelijk aan |
A. \(-\vec{A}-\vec{B} \) |
---|---|
B. \(-\vec{A}-\frac12\vec{B}\) | |
C. \(-\frac12\vec{A}-\frac12\vec{B}\) | |
D. \(-2\vec{A}+\frac12\vec{B}\) | |
E. \(-\frac32 \vec{A} +\frac12\vec{B} \) |
[ vwo21-(1s12) - op net sinds 22.12.2022-(E)-5.8.2024 ]
Deze vraag (nr.12) werd gesteld op 18 januari 2006 tijdens
de eerste ronde van de
21ste Wiskunde Olympiade (5de en 6de jaars).
Juiste, foute en blanco antwoorden waren ongeveer "eerlijk" verdeeld :
Juist 40% - Fout 31% - Blanco 29%
IN CONSTRUCTION |
---|