Welke van de vijf
volgende uitdrukkingen is niet gelijk aan de overige vier? |
A. (24)8 |
---|---|
B. (42)8 | |
C. 216. 216 | |
D. 216. 216 | |
E. 48. 48 |
[ vwo14-(1s1) - op net sinds 9.2.99-28.4.2022 ]
Deze vraag werd gesteld op 13 januari 1999 tijdens de eerste ronde van de
Vlaamse Wiskunde Olympiade.
Het bleek de gemakkelijkste vraag te zijn want 93% had het juiste antwoord aangekruisd.