Een cirkel wordt verdeeld in vier bogen waarvan drie aangrenzende bogen   elk 100° meten (zie figuur). De hoek in P, gevormd door de rechten AB en DC meet	A.   15°
	B.   20°
	C.   25°
	D.   30°
	E.   40°

                   

[ vwo13-(1s15) - op net sinds 25.1.98-()-6.8.2022 ]

Deze vraag werd gesteld op 21 januari 1998 tijdens de eerste ronde van de 13de Vlaamse Wiskunde Olympiade.
Van de 30 vragen kreeg Deze vraag het meeste blanco antwoorden, nl. 51%.
Deze vraag werd correct beantwoord door (slechts) 24% van de 9298 deelnemers (waarvan 43% tot het 6de jaar, 45% tot het 5de jaar en 11% tot het 4de jaar behoorde).