1ste manier :
De zijden van het grote vierkant meten 6 cm.
Het grote vierkant heeft dus een oppervlakte van 36 cm².
Het blauwe vierkant heeft een oppervlakte van 4 cm².
Het antwoord is dus 36 cm² – 4 cm² = 32 cm²
2de manier :
De oppervlakte van het grote vierkant is 3² = 9 keer groter dan het blauwe vierkant.
Het gele gebied is dus 8 keer zo groot als het blauwe.
Het blauwe vierkant heeft een oppervlakte van 4 cm².
Het antwoord is dus 8.4 cm² = 32 cm²