Aan de linkerkant van je blad teken je een rechthoekige gelijkbenige driehoek en aan de rechterkant een gelijkzijdige driehoek. Vervolgens tekent je van beide figuren de symmetrieassen. Hoeveel verschillende symmetrie-assen heb je dan getekend ? |
A. 1 |
---|---|
B. 2 | |
C. 3 | |
D. 4 | |
E. 5 |
[ 1-9449 - op net sinds 24.12.2024-(E)- ]
On the left side of your sheet you draw an isosceles right triangle and on the right side you draw an equilateral triangle. Then you draw the axes of symmetry of both figures. How many different axes of symmetry did you draw ? |
---|