Met een touw van 60 m kan men tegen een muur een
rechthoekig terrein afbakenen.
(zie figuur : a + b + a = 60 m)
Met welke van de vijf afmetingen voor a krijg je de grootste oppervlakte van het terrein ?
A → dan a=10m en b= 40m zodat de oppervlakte 10×40 m² = 400 m² is.
Je kan de oppervlakte nog groter maken !
B → Inderdaad, dan is a=15m en b=30m zodat de oppervlakte 15×30 m²
= 450 m² is. (groter is niet mogelijk).
C → dan is a=20m en b=20m zodat de oppervlakte 20×20 m² = 400 m² is.
Je kan de oppervlakte nog groter maken !
D → dan is a=25m en b=10 m zodat de oppervlakte 25×10 m² = 250 m² is.
Je kan de oppervlakte veel groter maken !
E → dan is de oppervlakte nul m² !