In een zekere rechthoekige driehoek ABC verdeelt men de grootste scherpe hoek in drie gelijke delen met grootte α.
Blijkt dat |AP| = 3 en |PQ| = 4.
Hoe groot is het lijnstuk [QC]
Laat ons eerst |AB| bepalen (|AB|² zal al voldoende blijken) door eliminatie van α uit : en
Noemen we de lengte van het rode lijnstuk x, dan is
De eerste en laatste term samen levert :
Bijgevolg is x = 15 − 7 = 8