praline In een doos zitten 10 pralines waarvan n zwarte en 10 – n witte (met 2 ≤ n ≤ 8).  Men neemt twee pralines uit de doos. De kans dat ze van een verschillende kleur zijn is .
Dit is bv. het geval als n gelijk is aan
A.   2
B.   3
C.   4
D.   5
E.   6
    A    B    C    D    E

[ 6-8957 - op net sinds 8.11.2024-(E)- ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION

Oplossing - Solution

De kans dat ze van verschillende kleur zijn is volgens de formule van LAPLACE

Deze kans moet gelijk zijn aan zodat hieruit volgt dat
15.(10n − n²) = 45.7  ⇔  10n − n² = 21  ⇔  n² − 10n + 21 = 0
 ⇔  (n − 3)(n − 7) = 0  ⇔  n = 3  ∨  n = 7
GWB