A B C D 1 2 x = ?
In de rechthoekige driehoek ABC is |AB| = 2, |AD| = 1 en snijdt de bissectrice van de hoek B de overstaand rechthoekszijde in D.
Wat is de lengte x van het lijnstuk [DC] ?
A.   3op2
B.   4op3
C.   2
D.   5op4
E.   5op3
    A    B    C    D    E

[ 5-8845 - op net sinds 12.2.2024-(E)-16.9.2024 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION

Oplossing - Solution

1ste manier :
Noem α de twee delen van de hoek in B.   Dan is \(\tan \alpha =\frac12\)  en  \(\tan 2\alpha=\frac{x+1}{2}\).  Met de verdubbelingsformule voor  tan 2α verkrijgen we een vergelijking in x waaruit de waarde van x zal volgen :


2de manier :
De schuine zijde van de rechthoekige driehoek ABC heeft de lengte \(\sqrt{4+(1+x)^2} \)   (Pythagoras).
Wegens de bissectricestelling in en driehoek is
\(\frac21 = \frac {\sqrt{4+(1+x)^2}} {x}\)
⇔ 2x = \(\sqrt{4+(1+x)^2}\)
⇒ 4x² = 4 + 1 + 2x + x²
3x² − 2x − 5 = 0
Deze vierkantsvergelijking heeft als discriminant
D = 4 + 60 = 64   zodat   \(\large x_{1,2}=\frac {2\pm 8}6\)
Enkel de positieve oplossinhg   \(\frac {2+8} {6}=\frac53 \)   kan weerhouden worden en is dus ook het antwoord.

GWB