Als

dan moet  a + b
gelijk zijn aan
A.  0
B.  3
C.  6
D.  9
E.  12
A    B    C    D    E

[ 5-8718 - op net sinds 3.4.2021-(E)-10.7.2024 ]

Translation in   E N G L I S H

If



then  a + b  equals
A.   0
B.   3
C.   6
D.   9
E.   12

Oplossing - Solution

\(\frac{\cdots}{0}\) kan alleen maar gelijk zijn aan \(\sqrt3\) als we te doen hebben met een onbepaalde vorm \(\frac{0}{0}\).
Dus moet \(\displaystyle\lim_{x\to0}\:\left(\sqrt{a+bx}-\sqrt3\right)=0\). Dit gebeurt als \(\sqrt a-\sqrt3=0\;\Leftrightarrow\;a=3\).
De gegeven limiet wordt dan

Uit de eis dat  \(\frac{b}{2\sqrt3}\)  gelijk moet zijn aan  \(\sqrt3\)  kunnen we besluiten dat  b = 6.
Het antwoord is dus   a + b = 3 + 6 = 9