In een driehoek zijn twee hoeken
gegeven : 35° en 100°.
Hoe groot is de aangeduide buitenhoek van deze driehoek ?
|
A. 35° |
B. 135° |
C. 45° |
D. 145° |
E. 80° |
[ 3-8333 - op net sinds 21.1.2018-()-2.11.2023 ]
Translation in E N G L I S H
IN CONSTRUCTION
|
A. |
B. |
C. |
D. |
E. |
Oplossing - Solution
De grootte van een buitenhoek van een driehoek is gelijk aan de som van de twee niet aanliggende binnenhoeken, dus 35° + 100° = 135°