De termen (zonder coëfficiënt ) zijn termen van de vorm
We lossen 1,5k − 12 = n op voor n ∈ {1,2,3,4,5} en k ∈ {0,1,2,...,24}
⇔ 1,5k = n +12 ⇔ 3k = 2n+12 ⇔ 3k = 2(n + 12)
n moet dus een drievoud zijn en in {1, 2, 3, 4, 5} zit maar één drievoud, nl. 3.
(in dat geval is k = 10). Dus een term in x³ bestaat.