In deze cirkel met middel-punt O liggen B en C op de cirkel
en is |CA| ⊥ |OB|.
Als |AC| = 5 en |AB| = 1
hoe groot is dan de straal van de cirkel ?
|
A. 6 |
B. 10 |
C. 12 |
D. 13 |
E. 25 |
[ 3-8110 - op net sinds 17.9.17-()-2.11.2023 ]
Translation in E N G L I S H
IN CONSTRUCTION
|
A. |
B. |
C. |
D. |
E. |
Oplossing - Solution
In de rechthoekige driehoek AOC passen we de stelling van Pythagoras toe :
|OC|² = |OA|² + |AC|²
⇔ r² = (r − 1)² + 5²
⇔ r² = r² −2r + 1 + 25
⇔ 0 = − 2r + 1 + 25
⇔ 2r = 26
⇔ r = 13