1ste manier :
De parabool snijdt de x-as in punten met abscis \(-\sqrt k\) en \(+\sqrt k\).
De oppervlakte van het gebied wordt gegeven door
(figuur symmetrisch t.o.v. de y-as)
Er moet dus gelden
2de manier :
Volgens ARCHIMEDES is de oppervlakte van de driehoek gevormd door de drie
snijpunten met de assen
van het paraboolsegement zijn.
Dus die oppervlakte moet
.36 = 27 zijn.
De parabool snijdt de x-as in punten met abscis \(-\sqrt k\) en \(+\sqrt k\).
De basis van de driehoek is dus \(2\sqrt k\) lang, de hoogte is k (stel x = 0 in y = k − x²) zodat de oppervlakte dus \(k\sqrt k\) is.
Uit de vergelijking \(k\sqrt k = 27\) ziet men onmiddellijk
dat k = 9 moet zijn.