Als je in een rechthoekige driehoek ABC, de hoogtelijn trekt uit de rechte hoek A, dan verkrijg je twee nieuwe (kleinere) driehoeken.
Welke uitspraak is juist ?
A.  Van die 3 driehoeken zijn er geen twee die gelijkvormig zijn
B.  Van die 3 driehoeken zijn enkel de 2 kleinere driehoeken gelijkvormig
C.  Van die 3 driehoeken zijn alle 3 de driehoeken twee aan twee gelijkvormig
D.  Van die 3 driehoeken zijn slechts de oorspronkelijke ABC
    en de kleinste van de twee kleinere driehoeken gelijkvormig
E.  Van die 3 driehoeken zijn slechts de oorspronkelijke ABC
    en de grootste van de twee kleinere driehoeken gelijkvormig
A    B    C    D    E

[ 3-8034 - op net sinds 1.1.2017-()-5.11.2024 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION

Oplossing - Solution

Alle drie de driehoeken zijn twee aan twee gelijkvormig wegens het gelijkvormigheidskenmerk HHH.