Noem a en b de uitslagen
van twee dobbelstenen
die geworpen worden.
Wat is de kans
dat   |a − b| ≤ 2 ?
A.   1op2
B.   1op3
C.  
D.  
E.  
A    B    C    D    E

[ 6-7952 - op net sinds 20.7.15-(E)-15.12.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

A pair of dice is tossed.
What is the probability
that the two numbers
differ by two or less ?
A.   1op2
B.   1op3
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6
|a − b| ≤ 2  betekent gewoon dat de uitslagen van de twee dobbelstenen ten hoogste twee mogen verschillen.
1ste manier :
Maak een tabel met de 36 even waarschijnlijke uitkomsten van de eerste dobbelsteen en de tweede dobbelsteen.
De kruisjes leveren een "gunstige uitslag". Vandaar dat de kans 24 op 36 is volgens de formule van LAPLACE.
2de manier :
We hebben het gevoel dat een verschil groter dan 2 (de complementaire gebeurtenis) minder voorkomt. Laat ons die dan berekenen.
Met de eerste dobbelsteen resp. 1, 2, 3, 4, 5, 6 levert ons dat
(1,4), (1,5), (1,6) ; (2,5), (2,6) ; (3,6) ; (4,1) ; (5,1), (5,2) ; (6,1), (6,2), (6,3).
In 12 van de 36 (6 × 6) gevallen dus.
De kans is dus \(1-\frac {12} {36}=1-\frac13=\frac23 \)
GWB