De abscissen van de snijpunten van y = 1 − ax² en y = x² volgen uit
1 − ax² = x² ⇔ 1 = x²(1 + a) ⇔ \(x=\pm\frac{1}{\sqrt{1+a}} \) (+ voor het snijpunt in het 1e kwadrant)
Daar de afgeleiden van de twee functies resp. − 2ax en 2x zijn, zijn de richtingscoëfficiënten van de raaklijnen in het snijpunt van het 1ste kwadrant
\(-\,\frac {2a} {\sqrt{1+a}} \) en \(\frac {2} {\sqrt{1+a}} \) (analoog voor
het snijpunt in het 2de kwadrant)
Om loodrecht te staan moet hun product gelijk zijn aan −1 :
\(-\,\frac {2a} {\sqrt{1+a}}.\frac{2}{\sqrt{1+a}}=-1 \) ⇔ \(\frac {4a} {1+a}=1 \) ⇔
4a = 1 + a ⇔ 3a = 1 ⇔ a = \(\frac13\)