In de figuur zie je de grafiek van twee derdegraadsfuncties :
y = x3 − 3x2 + 3 en
y = x3 + 2x2 + x − 1.
Wat is de vergelijking van de verticale rechte die de oppervlakte
van het (gele) gebied precies in twee gelijke delen verdeelt ?
Weze a en b de abscissen van de snijpunten
(−1 en 0,8 overigens maar we hebben ze niet nodig),
dan wordt de oppervlakte weergegeven door de bepaalde integraal van a naar b van
(x³ − 3x² + 3 ) − (x³ + 2x² + x − 1)
= − 5x² − x + 4.
Daardoor zijn a en b de nulwaarden van − 5x² − x + 4 en geeft de integraal van a naar b van − 5x² − x + 4 diezelfde oppervlakte weer !
Daar y = − 5x² − x + 4 een bergparabool is met verticale symmetrieas zal deze symmetrieas de oppervlakte tussen deze bergparabool en de x-as precies in twee delen.
Deze snijdt de x-as in het gemiddelde van de nulwaarden, dus
½(a + b), een getal dat ook verkregen wordt door ½S = ½(1 / −5) = − 0,1.
Het antwoord is bijgevolg x = − 0,1 uiteraard tevens het gemiddelde van
−1 en 0,8 ! [ Merk op hoe weinig berekeningen er werden gemaakt : geen snijpunten zoeken, geen vergelijkingen oplossen, geen bepaalde integraal uitrekenen en toch een wat 'speciale' uitkomst ! Mooi toch ? Maar niet gemakkelijk. ]