De som van de abscissen
van het maximum,
het minimum
en het buigpunt
van de functie
f (x) = (x2 − 1)(x + 3) bedraagt
|
A. − 1 |
B. − 2 |
C. − 3 |
D. − 4 |
E. − 5 |
[ 5-7808 - op net sinds 2.3.15-()-27.10.2023 ]
Translation in E N G L I S H
IN CONSTRUCTION
|
A. |
B. |
C. |
D. |
E. |
Oplossing - Solution
f (x) = x³ + 3x² − x − 3
f '(x) = 3x² + 6x − 1
f "(x) = 6x + 6 = 6(x + 1)
We hebben te doen met een (continue) derdegraadsfunctie.
De som van de abscissen van het maximum en het minimum
is de som van de nulwaarden van 3x² + 6x − 1 = 0, dus − 6/3
= −2 (formule S = −b/a)
De abscis van het buigpunt is de nulwaarde van 6(x + 1), dus −1.
Het antwoord is dus − 2 − 1 = . . .