Welk zin formuleert  FOUTIEF  de stelling van BOLZANO ?
A.   Als f continu is in [a,b] en f (a).f (b) < 0, dan bestaat er een getal
   c ∈ ]a,b[ : f (c) = 0
B.   Als f continu is in [a,b] en f (a).f (b) < 0, dan bestaat er een getal
   c ∈ [a,b] : f (c) = 0
C.   Een functie continu op een gesloten interval [a,b] en waarvoor de
  getalwaarden f (a) en f (b)   een verschillend teken hebben, moet nul
  zijn voor ten minste één getal uit dat interval
D.   Als f continu is in [a,b] en als f (a) een ander teken heeft dan f (b),
  dan bestaat er tenminste één getal c ∈ ]a,b[ waarvoor f (c) = 0
E.   Er bestaat ten minste één nulwaarde c ∈ ]a,b[ voor een functie f
   als die functie continu is in ]a,b[ en als f (a).f (b) ≠ 0
A    B    C    D    E

[ 5-7774 - op net sinds 11.11.14-(E)-25.7.2024 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION