30° 60° 90° gricha - v7632 - 10.7.2022
Hoe verhouden de drie buitenhoeken van deze driehoek zich ?
(van de kleinste naar de grootste buitenhoek)
A.   1 : 2 : 3
B.   2 : 3 : 4
C.   3 : 4 : 5
D.   4 : 5 : 6
E.   1 : 4 : 9
A    B    C    D    E

[ 3-7632 - op net sinds 31.12.2017-()-2.11.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

De buitenhoeken hebben een grootte van
180° − 30° , 180° − 60° en 180° − 90° ,dus
(in stijgende volgorde) : 90° , 120° , 150°
Die hoeken verhouden zich dus als
9 : 12 : 15,  dus   als   3 : 4 : 5
gricha