In een gelijkbenige rechthoekige Δ ABC met rechthoekszijden 4, trekt men de cirkel door de hoekpunten B en C en het midden M van een rechthoekszijde Hoe groot is de straal van die cirkel ? | A. | |
---|---|---|
B. | ||
C. 3,5 | ||
D. 4 | ||
E. |
[ 4-7618 - op net sinds 15.9.15-()-24.10.2023 ]
IN CONSTRUCTION |
---|