1ste manier :
De zwaartelijn (lengte x > 0) maakt hoeken α en 180° − α met AB.
De cosinusregel "op 4 en 6" levert :
4² = 4² + x² − 2.4.x.cos α
6² = 4² + x² − 2.4.x.xos(180° − α)
Daar cos α en cos(180 − α ) tegengesteld zijn, levert dit na optelling
16 + 36 = 32 + 2x² ⇔ 52 = 32 + 2x² ⇔ 2x² = 20 ⇔ x² = 10 ⇔ x =
2de manier :
Er bestaat ook een formule om de zwaartelijnen te berekenen als je de lengte
van de zijden kent : \(m_a=\frac12\sqrt{2b^2+2c^2-2a^2} \).
Hier levert dit dus
\(m_c=\frac12\sqrt{2a^2\!+2b^2\!-c^2}=\frac12\sqrt{2.4^2\!+\!2.6^2\!-\!8^2}=\frac12\sqrt{32\!+\!72\!-\!64}=\frac12.\sqrt{40}=\sqrt{10} \)