In een driehoek ABC met zijden aangegeven in de figuur is de hoek B de kleinste hoek.
Men verplaatst het punt C langs de zijde AC om een hoek te krijgen die zo groot is als B (m.a.w. ∠ABC = ∠ADB)
Hierdoor zijn driehoeken ABC en ADB gelijkvormig !
Hoe groot is de zijde [BD] ?