Als je in een rechthoekige driehoek ABC met zijden 3 cm, 4 cm en 5 cm de hoogtelijn AH trekt,
ontstaan drie gelijkvormige driehoeken. (ze hebben alle drie dezelfde hoeken ! → HHH )
Welk deel van de oppervlakte van driehoek ABC wordt
ingenomen door de oppervlakte van de grotere driehoek HAC ?
De kleinste rechthoekige driehoek heeft schuine zijde 3 (cm).
De grootste rechthoekige driehoek heeft schuine zijde 5 (cm).
De 'grotere' driehoek HAC heeft als schuine zijde 4 (cm).
De gelijkvormigheidsfactor van driehoek ABC naar driehoek HAC is 4/5 en de verhouding van hun oppervlakten (4/5)² = 16/25 = 64/100
Vandaar dat 64% van de oppervlakte van driehoek ABC wordt ingenomen door de oppervlakte van driehoek HAC