In een driehoek trekt men twee rechten evenwijdig met eenzelfde zijde.
Die rechten verdelen de andere zijden in drie gelijke delen.
Hierdoor ontstaan een driehoekje met oppervlakte 1, een trapezium met oppervlakte 3 en een tweede trapezium onderaan.
Wat is de oppervlakte van dat trapezium ?
A. 4
B. 5
C. 6
D. 9
E. 4,5
[ 3-7572 - op net sinds 18.4.2020-(E)-30.10.2023 ]
De kleinste driehoek is gelijkvormig met de grootste driehoek (zijden × 3).
De oppervlakte van de grootste driehoek is 1.3² = 9 (3 is de gelijkvormigheidsfactor)
Dus moet 1 + 3 + ? = 9. Het antwoord is dus . . .