In een regelmatige vijfhoek hebben alle zijde de lengte z en alle diagonalen de lengte d. De twee diagonalen uit eenzelfde hoekpunt verdelen de vijfhoek in drie driehoeken, één met oppervlakte A (zijden d, d, z) en twee met oppervlakte B (zijden z, z, d). Hieruit volgt dat A : B gelijk is aan | A. z/d |
---|---|
B. z²/d ² | |
C. 1 | |
D. d ²/z² | |
E. d/z |
[ 4-7524 - op net sinds 3.4.2020-(E)-20.11.2024 ]
IN CONSTRUCTION |
---|