Voor de onafhankelijke gebeurtenissen
A en B geldt dat P(A)=0,4 en P(B)=0,3.
Wat is de kans dat precies één
van beide gebeurtenissen optreedt ?
|
A. 20% |
B. 35% |
C. 46% |
D. 58% |
E. 70% |
[ 6-7346 - op net sinds 21.8.13-(E)-27.10.2023 ]
Translation in E N G L I S H
IN CONSTRUCTION
|
A. |
B. |
C. |
D. |
E. |
Oplossing - Solution
1ste manier :
De gevraagde kans is de som van de kansen P(A ∩ B) en P(A ∩ B)
Vermist A en B onafhankelijk zijn krijgen we :
P(A ∩ B) + P(A ∩ B) = P(A).P(B) + P(A).P(B)
= 0,4.0,7 + 0,6.0,3 = 0,28 + 0,18 = 0,46
2de manier :
De kans dat ze allebei optreden is 0,4×0,3 = 0,12
De kans dat geen van beiden optreden is 0,6×0,7 = 0,42
De gevraagde kans is dus 1 − 0,12 − 0,42 = 1 − 0,54 = 0,46