Voor de onafhankelijke gebeurtenissen
A en B geldt dat  P(A) = 0,4 en P(B) = 0,3.
Wat  is  de  kans  dat  precies  één
van beide gebeurtenissen optreedt ?
A.   20%
B.   35%
C.   46%
D.   58%
E.   70%
A    B    C    D    E

[ 6-7346 - op net sinds 21.8.13-(E)-30.11.2025 ]

Translation in   E N G L I S H

IN CONSTRUCTION A.  
B.  
C.  
D.  
E.  

Oplossing - Solution

1ste manier :
De gevraagde kans is de som van de kansen P(A ∩ ¬B) en P(¬A ∩ B)
Vermist A en B onafhankelijk zijn krijgen we :
P(A ∩ ¬B) + P(¬A ∩ B) = P(A).P(¬B) + P(¬A).P(B)
= 0,4.0,7 + 0,6.0,3 = 0,28 + 0,18 = 0,46
2de manier :
De kans dat ze allebei optreden is   0,4×0,3 = 0,12
De kans dat geen van beiden optreden is   0,6×0,7 = 0,42
De gevraagde kans is dus   1 − 0,12 − 0,42 = 1 − 0,54 = 0,46