\(D f(x) = D \frac {x} {1\,-\,x^2} = \frac {1.(1-x^2)-x.(-2x)} {(1\,-\,x^2)^2}=\frac{1\,+\,x^2}{(1\,-\,x^2)^2} \)
De teller is minstens gelijk aan 1.
De noemer is altijd positief (nul voor x = −1 en x = +1)
In het schema voor de afgeleide kan dus al geen minteken voor D f(x) voorkomen.