Twee (lange) linialen met vierkante doorsnede zijn gekleurd : de ene geel en de andere rood. De vier congruente rechthoekige zijvlakken zijn genummerd van 1 t/m 4 (zowel bij de gele als de rode). Men gooit de twee linialen op de grond.
Noem g het getal dat bovenaan de gele liniaal te zien is en r het getal dat bovenaan de rode liniaal te zien is. Hoe groot is de kans dat g = r ?
Gooi één van de twee linialen.
Een nummer zal boven komen 1, 2, 3 of 4.
Gooi nu de andere liniaal : de kans dat die hetzelfde cijfer laat zien is precies