De ellips
snijdt de x-as in − 3 en +3 en de y-as in +2 en −2.
De bergparabool y = 4 − x² snijdt de x-as in −2 en +2 (binnen de ellips) en heeft als top T( 0, 4 ), buiten de ellips.
Een ruwe schets maakt al snel duidelijk dat er vier snijpunten moeten zijn.
Ten overvloede zie je hier de perfecte grafieken.