In de figuur kan je twee rechthoekige driehoeken ontwaren.
De kleinste met rechthoekszijden 2 en 4 (en kleinste scherpe hoek α1)
De grootste met rechthoekszijden 3 en 4 (en kleinste scherpe hoek α2)
De gevraagde hoek is het verschil tussen deze twee scherpe hoeken : α2 − α1
tan α2 = ⇒ α2 = Bgtan
tan α1 = = ⇒ α1 = Bgtan
α = α2 − α1 = Bgtan − Bgtan