De stompe (top)hoek van de gelijkbenige driehoek is een middelpuntshoek
die op dezelfde boog staat als de omtrekshoek van 70°.
Die (stompe) middelpuntshoek heeft dus een grootte van 140°
zodat er nog 40° overblijft voor de twee basishoeken.
α is er één van en heeft dus een grootte van 20°