Driehoek ABC is gelijkbenig, dus de basishoeken hebben een groote van ½(180° − 30°) = 75°
Driehoek MBC is gelijkzijdig want |MB| = |BC| en de grootte van de hoek in M is het dubbel van de omtrekshoek in A (want ze staan op dezelfde boog).
Bijgevolg is α = 75° − 60° = 15°