In een assenstelsel tekent men de rechten
met vergelijking   x = −3, x = 7, y = 2 en y = 5.
Deze vier rechten omsluiten een rechthoek.
Wat is de oppervlakte van die rechthoek ?
A.   24
B.   28
C.   30
D.   35
E.   70
A    B    C    D    E

[ 4-5692 - op net sinds 14.2.13-(E)-30.10.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

Drawing the lines with equations
x = −3, x = 7, y = 2 en y = 5
you are getting a rectangle
whose area is :
A.  24
B.  28
C.  30
D.  35
E.  70

Oplossing - Solution

De breedte van de rechthoek : 7 − (−3) = 10
De hoogte van de rechthoek : 5 − 2 = 3
Nu is het gemakkelijk om met een formule van de basisschool de oppervlakte te berekenen
gricha