Uit
(a,b,c,d ≠ 0)
volgt dat d
gelijk is aan
A. \(\frac{bc}{a}\)
B. \(\frac{a}{bc}\)
C. \(\frac{a}{c}\)
D. \(\frac{a}{d}\)
E. \(\small \text{geen van de vorige}\)
[ 2-5430 - op net sinds 31.12.2024-(E)- ]
Translation in E N G L I S H
IN CONSTRUCTION
Oplossing - Solution
L a t e r