Het vlak dat door het punt A(2, 3 ,−1)
gaat en loodrecht staat op de rechte
x − y = 4 ∧ 2x + y = z
heeft als vergelijking
|
A. x + y + 3z − 2 = 0 |
B. 2x + 3y − z + 6 = 0 |
C. x + 3y + z − 10 = 0 |
D. 2x + 3y − z + 8 = 0 |
E. −x + y + z = 0 |
[ 6-5342 - op net sinds 30.5.13-(E)-29.10.2023 ]
Translation in E N G L I S H
IN CONSTRUCTION
|
A. |
B. |
C. |
D. |
E. |
Oplossing - Solution
x − y = 4 ∧ 2x + y = z (nu 2de vgl. vervangen door de som)
⇔ x − y = 4 ∧ 3x = 4 + z
⇔ y = x − 4 ∧ z = 3x − 4
⇔ x = 1x ∧ y = 1x − 4 ∧ z = 3x − 4
⇒ (1, 1, 3) is een stel richtingsgetallen van de rechte
Een vlak loodrecht op die rechte heeft dus de vorm 1x + 1y + 3z + D = 0
Dit vlak moet door A(2,3,−1) gaan, dus moet 1.2 + 1.3 + 3(−1) + D = 0 ⇔ D= −2
Het gevraagde vlak heeft dus de vergelijking x + y + 3z − 2 = 0