Welke uitspraak is waar ? |
---|
A. De kleinste waarde die x2 − 4x kan aannemen is 0 |
B. De grootste waarde die x2 − 4x kan aannemen is 0 |
C. De kleinste waarde die x2 − 4x kan aannemen is − 4 |
D. De grootste waarde die x2 − 4x kan aannemen is − 4 |
E. Geen van de 4 vorige uitspraken is waar |
[ 4-4767 - op net sinds 17.12.06-(E)-27.10.2023 ]
Translation in E N G L I S H
Which statement is true ? |
---|
A. The smallest value that you can get for x2 − 4x is 0 |
B. The greatest value that you can get for x2 − 4x is 0 |
C. The smallest value that you can get for x2 − 4x is − 4 |
D. The greatest value that you can get for x2 − 4x is − 4 |
E. None of those four statements is true |
Oplossing - Solution
x² − 4x kan oneindig groot worden, er is dus geen grootste waarde.
y = x² − 4x is de vergelijking van een dalparabool met nulwaarden 0 en 4
x² − 4x gaat dus zijn kleinste waarde aannemen voor x = 2 (gemiddelde van 0 en 4)
Die kleinste waarde is 2² − 4.2 = 4 − 8 = − 4