Als je de nulwaarde van
de functie f:   y = − 2 (x − 3)
en de  richtingscoëfficiënt
van de rechte   y = − 2 (x − 3)
bij elkaar optelt,
krijg je het getal
A.   1
B.   − 1
C.   0
D.   4
E.   5
A    B    C    D    E

[ 4-4696 - op net sinds 26.7.10-(E)-24.10.2023 ]

Translation in   E N G L I S H

If you add the zero of
the function f:   y = − 2(x − 3)
to the slope of the line
y = − 2(x − 3) ,
you get the number
A.   1
B.   − 1
C.   0
D.   4
E.   5

Oplossing - Solution

Nulwaarde van   y = − 2(x − 3)   is 3   (het getal dat ervoor zorgt dat   y = 0)
De richtingscoëfficiënt van dezelfde rechte is − 2 (coëff. van x in   y = −  2x + 6)
Het antwoord is dus 3 − 2 = 1
gricha