In een orthonormaal assenstelsel
is |
| = 3 en |
| = 4.
Als je weet dat
.
= − 9,
dan is \((2\vec A+3\vec B)^2\) gelijk aan
A. − 15
B. − 24
C. 324
D. − 42
E. 72
[ 4-4249 - op net sinds .8.2020-(E)-18.7.2024 ]
Translation in E N G L I S H
IN CONSTRUCTION
Oplossing - Solution
\((2\vec A+3\vec B)^2=4\vec A^2+12\vec A.\vec B + 9\vec B^2\)
= 4.9 + 12.(− 9) + 9.16
= 9.(4 − 12 + 16)
= 9.8
= 72
Denk eraan : het kwadraat van een vector is hetzelfde als het kwadraat van zijn norm