Neem de lengte van een zijde als eenheid.
De driehoek is een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden 1 , √2 en √3 (of zeg 'mooier' √1 , √2 , √3)
Nu kan je kiezen :
\(
\sin α = \frac {1} {\sqrt 3} \\
\cos α = \frac {\sqrt 2} {\sqrt 3} \\
\tan α = \frac {1} {\sqrt 2}
\)
In de drie gevallen vind je door terugzoeken de hoek α = 35,26...