Welke uitspraak is correct ? |
---|
A. − 1− x2 bezit precies één nulwaarde, nl. 1 |
B. − 1− x2 bezit precies één nulwaarde, nl. − 1 |
C. − 1− x2 bezit precies één nulwaarde, nl. 0 |
D. − 1− x2 bezit twee nulwaarden |
E. − 1− x2 bezit geen nulwaarden |
[ 4-3511 - op net sinds 16.10.09-(E)-3.11.2023 ]
Oplossing - Solution
1ste manier :
−x² is negatief, dan is zeker −x² − 1 < 0 Hoe kan dan −x² − 1 = 0 zijn ? 2de manier : −x² − 1 = −(x² + 1) kan maar nul zijn als x² + 1 = 0 Nu is y = x² + 1 de grafiek van een parabool die volledig boven de x-as ligt. Hoe kan deze parabool dan de x-as snijden en zorgen dat y = 0 ? 3de manier : We lossen op: −x² − 1 = 0 ⇔ −1 = x² Een kwadraat gelijk aan een negatief getal ? ... |
---|