A, B en C zijn de drie hoeken
zijn van een driehoek. Welke van
de 4 volgende uitdrukkingen is 0 ?

sin A + sin (B + C)
sin A − sin (B + C)
cos A + cos (B + C)
cos A − cos (B + C)
A.   de eerste en de derde
B.   de tweede en de derde
C.   de eerste en de vierde
D.   de tweede en de vierde
E.   geen enkele
A    B    C    D    E

[ 4-3402 - op net sinds 12.11.12-(E)-13.7.2024 ]

Translation in   E N G L I S H

A, B en C are the measures of the three
angles of a triangle. Which of the next
four expressions is/are equal to zero ?
sin A + sin (B + C)
sin A − sin (B + C)
cos A + cos (B + C)
cos A − cos (B + C)
A.  the first and the third
B.  the second and the third
C.  the first and the fourth
D.  the second and the fourth
E.  none

Oplossing - Solution

Daar  A + B + C = 180°  zijn  A  en  (B + C)  supplementair.
Supplementaire hoeken hebben dezelfde sinus, dus moet hun verschil nul zijn.
Supplementaire hoeken hebben tegengestelde cosinus, dus moet hun som nul zijn.
gricha