1ste manier : (niveau 4de jaar)
Verdeel de driehoek in twee rechthoekige driehoeken (met de symmetrieas door de top).
Noemen we b de basis van de gelijkbenige driehoek en h de hoogte, die tevens een rechthoekszijde wordt van elk van de rechthoekige driehoeken, dan is
\(\small \sin\alpha=\frac ha \Rightarrow h=a.\sin\alpha\;en\;\cos\alpha=\frac{\frac b2}{a} \Rightarrow \frac b2
= a.\cos\alpha \Rightarrow b=2a\cos\alpha \)
De oppervlakte van de gelijkbenige driehoek is ½ .b.h = ½ .2acosα.a.sinα =
a². sin α . cos α
2de manier : (niveau 5de jaar)
De tophoek van deze gelijkbenige driehoek is 180° − 2α.
Met de (2de) formule voor de oppervlakte van een driehoek, namelijk
S = ½ a.b.sin C
vinden we hier S = ½ a.a.sin(180° − 2α) = ½ a².sin 2α
= ½ a².2.sin α . cos α = a².sin α . cos α