Een kegel heeft een grondvlak waarvan de straal 6 is. De hoogte van de kegel bedraagt 8.
Hoe>groot is de afstand van het middelpunt van het grondvlak tot
een beschrijvende (apothema)?
In de figuur kan je een rechthoekige driehoek ontwaren met rechthoekszijden 6 en 8 en dus schuine zijde 10 (immers 6²+8²=10²).
Die schuine zijde speelt de rol van apothema.
In de rechthoekige driehoek is de lengte van de hoogtelijn uit de rechte hoek precies de afstand die men vraagt.
Door nu de oppervlakte van die driehoek op twee manieren te schrijven vinden we de waard van h :
8x6 = 10xh zodat h = 4,8