Het tekenverloop
van de functie
met voorschrift
y = 2(x − 2)
2
− 8
wordt gegeven door
A.
x
−8
−2
x
−8
−2
x
−8
+2
x
0
4
x
0
4
y
y
y
y
y
0
0
+
−
+
0
0
−
+
−
0
0
+
−
+
0
0
+
−
+
0
0
−
+
−
gricha - v2423 - 11.8.2022
B.
C.
D.
E.
[ 4-2423 - op net sinds 30.10.15-()-21.7.2024 ]
Translation in E N G L I S H
IN CONSTRUCTION
Oplossing - Solution
2(x − 2)² − 8 = 2(x² − 4x + 4) − 8 = 2x² − 8x = 2x(x − 4)
De nulwaarden (waar de parabool de x-as snijdt) zijn dus 0 en 4.
Het antwoord is D en niet E omdat het om een dalparabool gaat.