(x − 4)(x − 10) > 0
We bepalen eerst het teken van y = (x − 4)(x − 10) dat twee nulwaarden heeft : 4 en 10.
Vermits (x − 4)(x − 10) uitgewerkt van de tweede graad is, dus van de vorm ax² + bx +c
met a = 1, is het tekenverloop van y : x | 4 10 .
y | + 0 − 0 +
Daar y > 0 gevraagd wordt lezen we af dat de oplossingenverzameling
], 4 [ ∪ ] 10,[
is, die ook nog kan geschreven worden als \ . . .